Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] XXXIX. Levenslust. Omkrans met roze en krokusbloem mijn beker! Laat om mijn schoudren los mijn lokken zwieren! Vlecht saam viooltjes om mijn haar te sieren! Schenk vol den kelk en snel! Geen dag is zeker. Is jeugd een feest, laat me eens dat feest nog vieren! Wellicht reeds morgen - wordt mijn wang niet bleeker? - Legt op mijn hart zijn hand de kalme Wreker Van elke vreugd, die als een bloem wil tieren. Dan zal mijn schim, droef zwijgend, ommedolen, In kille neevlen, door de stille velden, Waar, geur- en kleurloos, de affodillen bloeien. Pluk, schoone knaap, jacinthen en violen! Roep saam de vrienden, die mij vaak verzelden, En laat den wijn in purpren stroomen vloeien! Vorige Volgende