Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 105] [p. 105] XXXV. Mijn Liefde. Mijn liefde is als de leeuwrik: stijgend juicht Ze in reine hoogte en streeft de zon nabij. Mijn liefde is als de blonde honigbij, Die ook uit bittre bloemen zoetheid zuigt. Mijn liefde is als een boom, die, trotsch en blij, Den kruin ten hemel heft en breekt noch buigt. Mijn liefde is als een vuur: de vlam getuigt Van langgevangen zon, ten laatste vrij. De ziel van 't woud, hoe ze ademt in uw haard! De gloed van zomers, die gestorven zijn, Bleef in dat doodgewaande hout bewaard. Die rozevlam is lieflijk morgenrood, Die blozend-gouden, avondzonneschijn. Zoo wekt mijn liefde leven uit den dood. Vorige Volgende