Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] XXXIV. Ondergaande Zon. De zon ging onder in een wolkenzee, Gelijk mijn leven in vertwijfeling. En droevig dacht ik aan de stem die: - ‘Zing! En zing u zalig!’ riep, die ik, gedwee, Volgde in een verren, vreemden tooverkring; En hoe, zoo 'k weer mocht kiezen tusschen twee Kruiswegen, 'k d' andren koos, vol stilte en vrêe. Toen sprak mijn gids, die peinzend naast mij ging: - ‘Uw leven is gelijk die zon.’ - ‘Gij raadt Wat ik juist denk,’ zei ik, vol bitterheid, ‘Gelijk een zon, die bloedrood ondergaat.’ - ‘Doch, door een ander werelddeel verbeid, Laat zij haar stralen stroomen waar zij mag En schept de schoonheid van een nieuwen dag.’ Vorige Volgende