Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] XXIX. Levensboom en Levensstroom. Mijn levensboom stond groen van lenteloof En blank van bloesem - ieder blaadje een droom En elke bloem een vreugd; - mijn levensstroom Was licht van liefde en blauw van blij geloof. Toen schudde een lentestorm mijn levensboom. Een wolk van bloesem en van blaadren stoof In 't grijs der lucht; de stroom stortte in een kloof... En weenend zeeg ik neder aan den zoom. En dáárom golft mijn donkre levensstroom Zoo eenzaam, droef beschaduwd door zwartgroen Van pijnboom en cypres en doornstruweel. En dáárom draagt mijn donkre levensboom Geen gouden appel, in het ooftseizoen, Maar veel verdorde blaadren, bruin en geel. Vorige Volgende