Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] XXVIII. Zelf gekweekt. Ik had mijn tuin met bloemen volgeplant. - En immortellen waren ook daarbij. - En, met dien schat van eigen bloemen blij, Nam ik mijn liefste hoopvol bij de hand. Hij sprak: ‘Heel lief, die rozen, maar....’ - ‘Spreek vrij!’ - ‘Gij hebt van kweeken zeker geen verstand?’ - ‘Mij leerde 't de eerste hovenier van 't land En 'k heb mijn bloemen lief.’ - ‘Dan, geef ze mij!’ Toen plukte ik al mijn lieve bloemen af En vlocht er schoone kransen van, en gaf Hem zoo de bloemen, die ik had gekweekt. Doch hij ontbladerde al mijn bloemen. Droef En leeg is nu mijn arme tuin en stroef, Mijn schaarsche glimlach en mijn wang, verbleekt. Vorige Volgende