Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] XXV. Sint-Niklaas. 'k Voel me als een kind dat, 's avonds, in de schouw, Haar schoentje neerzette en vol deemoed bad: - ‘O Sint-Niklaas! rijd in mijn schoentje wat! Ik ben heel zoet en leer mijn lessen trouw.’ Maar, als ze ontwaart hoe haar de Sint vergat, Verdraagt zij 't leed stilzwijgend, als een vrouw, En drentelt, huivrend van verdriet en koû, Langs witbesneeuwde straten, door de stad. Voor elken winkel staat ze een poosje stil. Hoe zij met de oogen al die pracht verslindt! Vooral die pop, met heusch haar, als een kind. Bracht Sint-Niklaas haar niets, háár wel! zij wil Niet laf gaan schreien, als zij vroeger placht! Maar, in haar bedje, weent zij heel den nacht. Vorige Volgende