Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] III. Openbaring. Aan alle wondren kan ik thans gelooven: God heeft in u zich mij geopenbaard. Hij weet: voor haar, wier liederen u loven, Maakt liefde alleen het leven levenswaard. Verga mijn lichaam, zweeft mijn ziel slechts boven Al wat zoolang haar vleuglen heeft bezwaard! Gelijk een landman, prijkt zijn koorn op schoven, Voel ik volbracht mijn zaaierplicht op aard. Laat niet mijn voet aan 't slijk der paden kleven! Wijs mij den weg naar 't eeuwig morgenrood, Waar wie gelooft, niet sterven zal, doch leven. Al leidt me uw wijsheid ook door nacht en dood, Mijn hart zal juichen, als uw hand mijn streven Kroont met verlossing uit mijn zielenood. Vorige Volgende