Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Sonnetten. [pagina 71] [p. 71] I. Voor twee of drie. Gij die dit boek leest, denk niet laag van mij! Ik kom niet, bleek en 't oog van tranen rood, Gelijk een arme, huis aan huis, om brood, Vol deemoed, beedlen om uw medelij. Waarom u dan mijn hand dien beker bood, Vol bitterzoeten weemoed? - zet, o gij Voor wie hij niet is, snel dien kelk terzij, Waarin ik zacht mijn stille tranen goot! Ik schenk de wereld wat ik dacht en schreef, Opdat, als ik lang dood zal zijn en 't mos Dekt, op mijn graf, mijn uitgewischten naam, Nog twee of drie het boek, dat ik nu geef, Herlezen, op een eenzaam plekje in 't bosch, Met dank en liefde: ik droom geen schooner faam. Vorige Volgende