Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] VII. Blauwbessen. Vlasblondje zoekt blauwbessen in het bosch. Haar rond gezichtje bloost door 't loover heen, Een vroolijk rozevlekje in 't somber groen. De mand, die moeder meegaf, met de les: - ‘Niet snoepen, kind! breng 't mandje vol weerom!’ Hangt, nog half leeg, te benglen aan haar arm. Verlegen steekt ze één vinger in den mond En zint op uitvlucht.... maar geen jokken baat. Dat zij gesnoept heeft, ziet toch moeder wel Aan 't paersche mondje, dat haar woord weerspreekt En ijlings bukt zij naar een kuil in 't mos En baadt haar lipjes in den regenplas, Waaruit, aan de andre zijde, een vogel dronk, Die, vleugelkleppend, opvliegt tusschen 't loof. Vorige Volgende