Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] VII. Die Bank. Heugt u die bank, in 't lommer der platanen? Bij zon of maan, gezegend zij die bank! Aan grijze gevels woeien bonte vanen, In zilvren lucht, vervuld van klokkenklank. Op 't bruine water zwommen witte zwanen. 'k Zag nooit een zwaan zoo statig en zoo blank! Heugt u die bank, in 't lommer der platanen? Bij zon of maan, gezegend zij die bank! In 't ver verschiet ontwaarde ik nieuwe banen. Mijn hart sloeg luid, vol hoop, vol moed, vol dank: ‘Een trouwe trooster stelpt mijn stille tranen. Hij roert mijn ziel en zie! ze is niet meer krank.’ Heugt u die bank, in 't lommer der platanen? Vorige Volgende