Rouwviolen(1889)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] IX. Trots. Verslagen ligt wie ik ten strijde zond: Geloof-in-Liefde en 'k hoor den lach des Lots. Doch in mijn huis troont vorstelijke Trots, Met vonklend oog en strenggesloten mond. Zijn wenk is wet: een vingerwijzing Gods. Met Wil en Moed sloot hij een koen verbond. Stil, onder 't stalen pantser, bloedt zijn wond. Zijn kroon is doornen en zijn troon is rots. En vóór de poort van mijn paleis houdt wacht Een krachtig wachter, wijs en achtenswaard. Zijn naam is Zwijgen en zijn spreuk: - ‘Geen klacht!’ En in zijn rechter blinkt een goed blank zwaard En in mijn huis, waar niemand schreit of lacht, Blijft, trouw en eeuwig, mijn geheim bewaard. Vorige Volgende