Rouwviolen(1889)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] XXXI. Verzoeking. Heeft een ander niet mijn hand genomen? - ‘Droom met mij diezelfde lentedroomen! Geef mij alles, lied en liefde en leven, Ik zal u, in ruil, een wereld geven.’ - ‘In den blauwen afgrond van zijne oogen Heeft zijn blik mijn leven ingezogen. In zijn handen ligt mijn hart gevangen En mijn lied bleef aan zijn lippen hangen. ‘Ach! die oogen zijn voor goed gebroken. Ach! die lippen zijn voor goed geloken. Ach! die hand kan niets mij wedergeven: Zoek in 't graf mijn lied, mijn hart, mijn leven! ‘Werp die spade weg, laat stil die zode! Laat mijn leven bloeien voor mijn doode, Laat mijn lied zijn kouden slaap verwarmen, Laat mijn liefde droomen in zijne armen!’ Vorige Volgende