Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] Heiderust Naar Heiderust, naar Heiderust, Waar vrede lokt naar veil'ge kust, Daar ben ik heengetogen. Door blaadren zeefde zonnegoud, Een merel zong in 't lommerwoud - Toen is hij heengevlogen. Op Heiderust, op Heiderust, Waar eens mijn hart van lijden rust, Daar wil ik zijn begraven. Daar zal ik slapen als een kind, Daar zal mij wiegen zacht de wind, De regen zal mij laven. Op Heiderust, op Heiderust, Daar wordt mijn hart weer blij gekust Door 't ruischen van de boomen. 'k Vergeet er ál de liedjes mijn En ál mijn liefde en ál mijn pijn In slapen zonder droomen. Vorige Volgende