Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Witte bloemen Langs den tuin, waar ik zaaide mijn droomen, Daar treed ik nu aarzlend voorbij - De wind heeft de zaden genomen. Bleef er éen nog dan werd ik weer blij. Uit mijn droomen vol hopen en vreezen, Als een tuil uit een heiligeschrijn, Is alom langs de paden gerezen Een sneeuwwitte bloemenfontein. O droomen! verloren droomen, Langs vlierheg en ranken den! Zijt ge als bloemen nu wedergekomen, Zoodat ik opeens u herken? De boomen, als donkere smarten, Versombren den horizon, Maar die bloemen, in de opene harten, Ontvangen nog avondzon. Zij ronden haar parelen stralen Als sterren om harten van goud - Hoe kan ik nog ademhalen, Nu dat wonder ik heb aanschouwd? Vorige Volgende