Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Lenteweide De weide is blauw en blank van lentebloemen, 't Azuur, bezaaid met wolken wit en loom. En sneeuwig drijven in den blauwen stroom De hemelbloemen, die wij wolken noemen. In geur van water, bloeme- en grasaroom, Gespeel van vlinders, meerlzang, bijezoemen, Niet vreezend hem, die bloei ten dood zal doemen, Doorleeft de wei haar prillen weeldedroom. Gevlijd waar bloemen golvend mij omdonzen, Wil 'k luistren hier naar rhythmisch riemenplonzen En zijïg suizlen van bewogen riet. In harmonie met weide, stroom en hemel, Verwant met wolken, golven, bloemgewemel, Wil 'k zacht verzinken in een droomloos Niet. Vorige Volgende