Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] Uitzicht Hoe lijkt zoo klein dat paardje in helgroen land, Een speelgoeddier van sneeuwigwit satijn! Als windbewogen ranke bloemen zijn Die kindren, kleurig, dansend, hand in hand. En avondzon bevloeit met purperwijn 't Framboosrood daakje en zet elk raampje in brand, En vóor den gelen hemel beeft de wand Van 't lentebosch met zachte golvenlijn. In 't landlijk tuintje breidt zijn koepel uit En tooit zijn groen met fakkels rozerood 't Kastanjeboompje vroolijk, vol geluid Van slapengaande vogels - Blanke bruid, Een deutzia bloeit. Violen staan gepoot. Een rozerank omlijst mijn vensterruit. Vorige Volgende