Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Lente-kabouters Uit lente-azuur alom stroomt zonnegoud, Maar grauw en bruin nog sluimert heesterhout - Neen, kleuren vlammen, rood en paars en geel! Zijn 't crocusbloemen tusschen dor struweel? Naar 't grijze duindal kom ik blij gesneld. Hoe? Windbewogen wuift nu 't bloemenveld? Kabouters zie 'k, ontvloden Sprookjesland, In bloemekleêren, dansend, hand in hand, Geheimvol zingend - hoor! een tooverspreuk! De lucht wordt zoel van hyacinthereuk. Vannacht, in 't veldje, blank van lentemaan, Zie 'k héel die plek vol lentebloemen staan. Vorige Volgende