Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Novemberschemer De donkre driehoek van het lage dak Staat fel geëtst op 't lakrood van de lucht, Waar winterzon, verworpen hemelvrucht, Uitweent haar wond, die bloedende openbrak. Als nachtkapellen, zonder wiekgerucht, Laat vallen stil een vreemdverwrongen tak, Verblind door 't laaien van het luchtelak, Een laatbewaarde zwarte bladervracht. In 't landlijk huisjen ópvlamt gouden schijn Van avondlamp en maakt van 't kleine raam Een sprookjeswonder - Achter 't kantgordijn, Zou, fluistrend teeder elk den liefsten naam, Terwijl twee harten innig kloppen saam, Een menschenpaar in liefde zalig zijn? Vorige Volgende