Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Sombere herfstdag Gestolde golven van een donkre zee, De zwarte kruinen van het herrefstwoud, Een aanschijn droef, dat tranen wederhoudt, De bleeke hemel vol verzwegen wee. Omploegde landen, moeders moe en oud, Van de eg doorkerfd, gelaten en gedwee Den zaaier wachtend, weder gevensrêe, Na 't willig offer van het korengoud. Mat onyxgroen, bedonsd van blanken dauw, Is 't eenig kleurvlekje in de herfstlandouw Het spruitend raaploof, teêr als hoop in smart. De blanke lucht doorzeilt een sombre kouw En, schrijnend schreiend, dringt zijn roep van rouw Mij diep in 't winterwachtend weerloos hart. Vorige Volgende