Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Langs 't blauw kanaal Langs 't blauw kanaal de ranke popels hieven Hun gouden vlammen in lazuren lucht, Waar wielde hoog een sneeuwen duivenvlucht. In 't bermgras bloeiden late madelieven. Een bruine boot dreef zonder plasgerucht, En gouden blaadren zegen zacht als brieven Van uit den hemel - ‘Zou mij éen nog lieven?’ De herfst bedwelmde me als een rijpe vrucht. Octoberdag vol brooze pracht der boomen! Aromendronken, zalig door mijn droomen, Hoe zweefde ik hoopvol, trotsch en jong en blij! 't Leek zomerweelde in 't bladergoud te loopen. Mijn schroomvol bang gesloten hart sprong open - Maar, hart, gedenk: November is nabij! Vorige Volgende