Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] De boomen droomen.... De boomen droomen, peinzende oude wijzen, Terwijl de wind aan de overrijpe stenglen De donkre blaadren wentlen doet en benglen En preevlend neuriet welbekende wijzen. De wolken zweven, blankgevleugelde englen, Die, langgelokt, in waaiend sneeuwwit, wijzen Naar Hemelland vol blauwe Paradijzen, Waar zielen, blij bevrijd, elkaar omstrenglen. Hoe zoekt mijn ziel naar vrede, o woud van weemoed! In 't rouwlied-ruischen van uw leege lanen, Dat stemt mij droever dan de klacht der zee doet, Die 'k bang ontvlood? - O liever laat mij wanen Dat gij mij brengt waar géen de ziel meer leed doet, O wolken-englen, blank van aardetranen! Vorige Volgende