Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Lindelaan Een lindelaan, waar zon en lommer spelen; Een boerehuisje omarmd van rozeranken, Dat vroolijk staat te blozen en te blanken, In brons van beuken, zilver van abeelen; Een tuin, waar boschjes bloeien rond de banken, Waar 'k zie, bij windgeruisch en vogelkweelen, De wolken zeilen en de velden gelen - Zou daar, in deemoed, ik mijn lot niet danken? Ook dáár zal trouw mij de eenzaamheid verzellen En, droef eentonig, oude liedjes zingen Met haar gebroken stem en weêr vertellen 't Verhaal van bittre en lieve erinneringen, Met heimwee en verlangen wreed mij kwellen En, wil ik vluchten, mij tot luistren dwingen. Vorige Volgende