Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] XXXVI Booze Woorden Als kwade geesten, die de sfeer verkillen, Aan voel ik sluipen ál de booze Woorden, Die met hun gif mijn vrede en hoop vermoordden, En, dat ik niet mijn wanhoop uit zal gillen, Omsnoeren zij mijn keel met felle koorden. Vermag mijn leven niet hun wrok te stillen, Mijn zóo droef leven dat 'k den dood moet willen, Maar zoeken niet, wijl God mijn dagen 'hoorden? O booze Woorden! wijl ik heb vergeven, Blijft met uw haat mijn ziek moe hart niet wonden. Als voor demonen moet ik voor u beven, Waar 'k op mijn pijnbank weerloos lig gebonden. Gij drinkt mijn bloed, maar laat mij 't vreugdloos leven. Hoe kan ik vluchten voor uw martelvonden? Vorige Volgende