Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] XIX Langs de Ramen 't Is lang geleden - 'k Was een eenzaam meisje. In lenteschemer liep ik langs de ramen. Hier, hand in hand, zat vroolijk te beramen Een lievend paar een plan voor 't huwlijksreisje. Daar wiegde een moeder 't kind met zoete namen, Speelde een vrouw piano, zong een knaap een wijsje. En elke woning leek me een paradijsje. O niet alleen zijn, maar in liefde samen! En de avondzon verguldde ros de ruiten En de avondwind was zoel van bladergeuren. Van 't sluimrend woud kwam 't laatste vogelneuren, Ik voelde opeens hoe 't leven sloot mij buiten. Ik toog naar huis, alleen, met loome schreden. Hoe heugt die avond me uit zóo ver verleden? Vorige Volgende