Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] XV Zieketroost Op 't vloerkleed, door de store-latten, schijn Van lentezon, in reepen goud verdeeld. 'k Voel nog hoe koestrend veilig warm fluweelt Die lieve leunstoel rond mijn stâge pijn. Ik zucht om ziek-zijn, dat mijn vreugde steelt- Eén zusje brengt me een blanken tuil jasmijn, Aardbeien, de andre, aromig karmozijn Op wit van schaal. Daarbuiten 'n vogel kweelt. Diep in mijn hart de kille wrok versmelt In zoele tranen, wellend met geweld, Die welig vloeien me over 't bleek gezicht. O zachte handen, al zoo lang vergaan! Nu laat me u zeegnen om dat liefs, gedaan Aan mij, wie 't leven lijden gaf tot plicht. Vorige Volgende