Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] XII Avonddauw en Sterrevonken Avonddauw en sterrevonken, Nachtegalen - liefdelof - Zalig dwaal ik, lentedronken, In den blanken bloesemhof. Hef ik de oogen naar de sterren, Fel doorflitst mij hartepijn Om dien éénen sterreverren, Die mijn weelde nooit mag zijn. Hooploos droomen, zoet bedroeven, Duizlend drinken dauw als wijn! - O nog éens de lente proeven Als 't verliefde maagdelijn! Vorige Volgende