Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] LX Levensangst In d'ouden leunstoel veilig diep gedoken, Voorvoelde ik grootzijn als een wreede ramp. Bij open venster of bij licht van lamp, Blij kleurde ik prenten, las ik tooversproken. Maar groot zijn, dapper in den levenskamp, Daar was ik bang voor, banger dan voor spoken, Maar 'k zweeg, al trilde om angst onuitgesproken Tusschen mijn boek en mij een tranendamp. En toch, hoe voelde ik flitsen door mijn spelen Gedachtenwonder, dat 'k met géen kon deelen En, tien jaar oud, of leefde ik honderd wel! Hoe deed een luide lach terug mij deinzen, Hoe op een traptrêe, zat ik lang te peinzen, Tolde als een derwisch, mijn bedwelmingsspel! Vorige Volgende