Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] LII Die Bank Kastanje en meidoorn bloeien, roze en blank. Heél in de verte schetteren fanfaren. In 't groen plantsoen zingt zoete hemelmaren Een bedeklok met noodend-vromen klank. Aroom van wierook komt mij zoel omwaren, Als openkiert de kerkdeur - Bloemendank Maria brengen vrouwen. Op een bank, Naast Vader rust ik, wind licht óp mijn haren. Een kindje speelt in blonde wolken stof. Zwaar zoemen bijen, zuiver juicht en luid, Of Mei zong zelf, een blijde lijsterfluit. De vrome vrouwen komen weer van 't lof, De handen leeg, de ziel vol vrede blank - O kind weer zijn, bij Vader, op die bank! Vorige Volgende