Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] LI Knoppen Aan Vaders arm hoe sleepte ik mij, gebogen Van leed om regen van Novemberblad, Of nimmermeer het woud, dat ik aanbad, Met vroolijk groen verblijden zou mijn oogen! Toen wees mij Vader op den knoppenschat Van sierloos bruin, die sluimerde ingetogen, Doch zwellen zou tot grootsche bladerbogen, Wijl elke herfstboom lentegroen bevat. Hoe moet ik nu dien lieven troost herdenken, Dien Vader met éen woord vermocht te schenken, Zoodat ik danste door de ontloofde laan! Hoe moet ik droomen van 't herlevingswonder! Mijn blaadren vielen en mijn zon ging onder - Mijn knoppen, Vader, zullen ze opengaan? Vorige Volgende