Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] L Herfstwandeling De popels lijken laaiende flambouwen. Een koele bries jaagt blaadren over 't zand. Praalt mooi de tuin, hoe mooier 't bosch in brand! 'k Rep mij met Vader door de herfstlandouwen En op zijn arm rust liefdewarm mijn hand. Veerkrachtig stappend, keuvlen wij en schouwen. Ik lach hem toe, vol harmonie - vertrouwen, Zijn kind mij voelende, innig zielverwant. Door stuivend mul van stille gele paden Bereiken wij 't metalig loofbeladen Matgouden, bronzen, blauw omwaasde woud. 'k Zou meer berusten, mocht ik zeker weten Dat Vader nooit die uren kon vergeten En, waár hij leeft, nog teeder van mij houdt. Vorige Volgende