Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] XLIX Bede voor Vader Trouw, elken avond, vouwde ik op mijn borst, Innig en vroom, mijn kinderhanden samen: Voor Vader bad ik - Sliep ik in voor 't Amen, 't Was in den gloed, die uit mijn bede borst. Als roovers slopen jaren tot me en namen Geloof en hoop, al bleef mijn hemeldorst. En 'k peins, bevreemd, hoe 'k nooit beleiden dorst Hoe 'k bad voor hem, of 'k mij er voor moest schamen. O Vader! Vader! zoo nog leeft uw ziel, Zie hoe ik nu, geslagen, nederkniel! Hoor hoe ik roep tot u en kom mij halen! 'k Verhaal u alles, reik me uw zachte hand. 't Wordt bang en donker in mijn levensdalen. Nu neem mij mee naar 't eeuwig Vredeland! Vorige Volgende