Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] XL Zondagsregen - Waarom, op Zondag, was ik blij met regen? Dan mocht ik mee langs schilderijen dwalen, In 't blanke licht der stille hooge zalen, Niet wandlen stijf, in stof van menschenwegen. De beelden kende ik langs de voorportalen - Verwonderd peinsde ik hoe uit kleurenvegen En brons en marmer kon zoo vreemd een zegen Zoo diep in 't vroom doorhuiverd hart mij dalen. Dan proefde ik weemoed, droesem van verblijden. O mocht ook ik - maar kon ik meer dan droomen? Mijn dwaas begeer kon evengoed benijden Den God, die schiep de bloemen en de boomen. En ook in deemoed tot dat wonder komen Was mooi - En 'k boog het hoofdje en liet mij wijden. Vorige Volgende