Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] XXXVII Gedroomde Speelnoot Den lieven speelnoot moet ik vroom herdenken, Den vriend, die enkel in mijn droom bestond. Doch hoopte ik heimlijk dat ik éens hem vond. 'k Zou hem mijn liefde en héel mijn leven schenken, Alom hem volgen als een trouwe hond. Beschermen zou hij en mijn hart niet krenken - Omboogd van boomen, zag 'k van ver hem wenken En 't was of God beloofde en hem mij zond. Herkende ik hem? Hoe rende ik opgetogen! Maar hij was 't niet - En 'k vlood met stroomende oogen. Hoe kon ik lieven wie niet leek op hem? Als bleeke schimmen zijn in 't Niet vergleden De vele beelden van 't geliefd verleden - 'k Zie zijn gelaat nog en hoor nog zijn stem. Vorige Volgende