Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] XXXIV Mijn Engel Ik was een kind en zag den Hemel open. Een stralende Engel daalde en, troostend teeder, Boog tot mijn peluw 't lelie-aanschijn neder, Om 't eenzaam meisje met zijn kus te doopen. Beschermende Engel, keer tot mij nu weder! 'k Heb over de aard mijn voeten wond geloopen. 'k Heb van geen ziel meer liefde en vreugd te hopen. Koel weêr mijn oogen met uw vleugelveder! O weet ge nog hoe 'k wegwierp 't mooiste boekje Om vroom van u te droomen in mijn hoekje En, héele nachten, lag van hoop te beven? Ontfermende Engel, kom uw kind nu halen, Zoo bang en moe van 't gaan door donkre dalen En breng mij waar mijn lieven zalig leven! Vorige Volgende