Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] XX 'k Lig lui in 't gras.... 'k Lig lui, in 't gras, den lentedag te vieren En adem aarde - en bladergeur - De tuin Is vol van wondren! Stoet van stemmigbruin, Verhuist een horde zwaarbeladen mieren. Smaragden kevers flonkren. Fladdrend schuin, Als bloesembladen gele vlinders zwieren. Een vogel vroolijk slaat aan 't tierelieren. Een wolkeboot doorzeilt een boomekruin. Een bui! Ik vlucht - En zoet is 't veilig dwalen Door ál de kamers van het vaderhuis, Verlaten, lijkend plechtig - ruime zalen, Toch lief vertrouwd. 'k Vertel mijzelf verhalen, Sta voór een venster, blank van regenkralen En neurie zacht bij 't zijïg koel geruisch. Vorige Volgende