Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] XI Herfsttafereel In 't welkend groen van Doolbosch-bladerbogen Zie 'k 't herfsttafreel weer van mijn klein tooneel. Door sombergroen met vegen brons en geel Hoe voelde ik droef en zoet mijn ziel bewogen En zoele tranen rijzen tot mijn keel En 't landschap neevlen voor mijn weenende oogen, Of, onbewust, voorvoelde smarten wogen In 't peinzend kind, tevreê met kalm gespeel. Geen rood en goud als van Octoberbloemen, Die vroolijk valsch de moedloosheid verbloemen Van 't moede bosch, dat voelt den dood nabij; Maar bruin en geel, die, stemmig, beter voegen Bij 't zwartend groen, of álle boomen droegen Hun stillen rouw voor Zomer en voor mij. Vorige Volgende