Eenzame bloemen(ca. 1885)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] LXIII. De kinderen, Birdie en Sunnie Dartel den om mij heen. - 'k Hoor nog, hoe de vogelen zongen 'k Zie nog, hoe de zonne scheen. En Birdie was vlug als een vogel En zonnig was Sunnie's haar. Daar rees in mijn ziel het verlangen: - O dat ik een kindeken waar! Och vogelken, hadde ik uw vleugels, Och zonneken, hadde ik uw gloed, Ik stortte mijn ziel in mijn zangen, Mijn zang in een lievend gemoed! Vorige Volgende