Eenzame bloemen(ca. 1885)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] LXII. Ik droom, voor mijn open venster; Ik weet niet, waar ik op wacht. De sterrekens lonken mij tegen, De zilveren mane lacht. Zoet klinkt, in den hagedoren, Het lied van den nachtegaal. De rozekelk barst open En antwoordt in rozentaal. Zoo minnelijk geuren de bloemen, Zoo klaar is de sterrennacht.... - Ik berg mijn gelaat in mijn handen. Mijn vreugde is ten grave gebracht. Vorige Volgende