Eenzame bloemen(ca. 1885)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] LIX. Hoog, in de bloeiende linde, Suizelt de zuidenwind. - Was hij het, die mij beminde, Was ik het, die hem heb bemind? Wij speelden samen comödie. 'k Herinner het mij zoo wel. Comödie of tragödie? Om 't even, kinderspel. O blauw als de voorjaarshemel Was zijn oog, zoo rein, zoo lief! O blauw als de voorjaarshemel Was zijn eerste minnebrief! Ik bloosde als een perzikenbloesem, Als zijn blik in mijne oogen drong En 't was, of daar in mijn boezem De leeuwrik der liefde zong. [pagina 128] [p. 128] Die zomersche lindegeuren Bekoren mij ziel en zin. O droomen zoo zonnig van kleuren! O zoete bedwelmende min! Vorige Volgende