Eenzame bloemen(ca. 1885)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] XLVII. Stil, over 't vredig sluimrend dorpje Spreidt weer de nacht zijn vleugels uit. Zie, hoe hij 't in zijn grijzen mantel En in zijn lievende armen sluit! De heuvels rijzen in de verte Omneveld door een zachtblaauw waas. De blanke maan bloeit tusschen wolken, Een lelie in een manuren vaas. Geen stap weerklinkt meer langs de velden, Geen vogelzang vervult de lucht, En zelfs, in 't niet meer ruischend loover, Heeft zich de wind in slaap gezucht. Vorige Volgende