Eenzame bloemen(ca. 1885)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] XXXIX. Daar zong in 't malsche lentegroen Een lustig vogellijn. Het zong van 't lieve Meiseizoen En gouden zonneschijn. O zeg, gevleugeld zangerlijn, Waar moogt ge wel gebleven zijn? Daar zong in 't frissche maagdenhart Een lustig vogellijn, Van bittre vreugde en zoete smart, Van liefdeheil en pijn. O zeg, gevleugeld zangerlijn, Waar moogt ge wel gebleven zijn? November kwam, de lucht was grijs, De blaadren vielen neer, De noordwind blies zoo koud als ijs, De vogel zong niet meer. Nu ligt hij met bevrozen vêer. - Waar zijn de liedren van weleer? Vorige Volgende