Eenzame bloemen(ca. 1885)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] XXII. Herinnert ge u 't wondere sprookje, Het sprookje van Moeder de Gans? - De moeder brengt beide haar dochtren Ten hove, ten feestlijken dans. Het stiefkind, Asschepoetster, Zit treurig, eenzaam, te huis,... Bang droomt zij van wondere zalen Vol gasten en feestgeruisch. Daar komt, met den tooverstave, De goede, meêwarige fee: - Ik breng u, omhuld in mijn mantel, Mijn kostbare gaven mee! Daar toovert zij koets en paarden: Verheugd rijdt de schoone naar 't bal. Daar schouwt haar de jeugdige kroonprins, Die haar minnen en trouwen zal. [pagina 76] [p. 76] Ja, 't is een wonder sprookje! Doch, slaat gij wel acht op den zin? In het nederig, weenende meisje Schuilt dikwijls een groote vorstin! Vorige Volgende