Eenzame bloemen(ca. 1885)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] XVI. Daar buiten, in het groene bosch, - Het plekje is wel gekozen - Daar is een steen begroeid met mos, Met klimop en met rozen. Er hangen frissche ranken neer En spieglen zich in 't water. De vijver geeft den grafsteen weer... - Een graf! dat hoorde ik later. Wie of er op dit plekje rust? - Wij weten 't geen van allen. - Slaap voort, door wind en zon gekust, Waar gouden bladeren vallen! Steeds bloeie in vrede uw lieflijk graf Omringd van eikenboomen! Er vallen slingerplanten af, Er zweven hemeldroomen. [pagina 65] [p. 65] De blauwe klokjes in het gras, De wilde nachtegalen, Als zij het wisten, wie het was, Zij zouden 't ons verhalen. Gij, onbekende, rust hier zacht, In de eerste morgenstralen, In 't sterreglansen van de nacht, In 't avondzonnepralen! En weet geen mensch uw naam op aard En slaapt ge zoo vergeten, Veel meer dan roem is vrede waard. Dat kan eerst rusten heeten. Vorige Volgende