Eenzame bloemen(ca. 1885)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] XXII. at leest de jonkvrouw, bleek en zielsbewogen, In 't gloeiend blozen van dien kersenmond, In 't lachend morgenblauw dier jonglingsoogen, In wangenrood en zonnig lokkenblond? Wat beeft zij, ademloos en opgetogen, Alsof de Hemel haar een engel zond, Die balsem gieten op haar zielewond En met zijn kus haar tranenvloed zou drogen? Noem mij de toovernacht, die u aan hem, O blanke duive, onwederstaanbaar kluistert! - De zoete woorden aan uw oor gefluisterd? Die lieve melodie van lach en stem, Die bloei der schoonheid op zijn donzen wangen? - O zucht naar liefde! o weemoed en verlangen! Vorige Volgende