Bleeke luchten
(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend
[pagina 217]
| |
Moederverzen. | |
[pagina 219]
| |
[pagina 220]
| |
Ik werd mijzelve een wondre extase.
Ik draag zoo vroom mijn liefdeschat,
Gelijk een priester draagt de vaze,
Die, ongezien, zijn God bevat.
Doch weldra scheurt de wreede scheiding
Mijn kind geweldig uit mijn schoot.
Dan schreien we om die Gode-leiding,
Die eeuwig éen-zijn ons verbood.
O droef wel zal mijn kindje klagen
Dat ál te koud de wereld is.
Zoolang ik kan dan zal ik dragen
Mijn kind door levens wildernis.
Doch kán ik u niet langer dragen,
Mijn kindje klein, ten leste groot,
O moge ik nooit u hooren klagen:
- ‘Neem, moeder, weer mij in uw schoot!’
|
|