Bleeke luchten(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] XLI. Lente-schemer. Mijn droomvertrek, van lentezon nog zoel, Verlicht alleen met vlinderzwak getril Een schemervlam, berozend flauw d' April Van bloemen op mijn tafel - en ik voel, Waar 'k lig en luister, leeg van levenswil, Naar 't zielloos jagen van het straatgewoel, Te loom voor droom mij en te moe voor doel En 'k wacht den nacht, die langzaam daalt, nu stil. [pagina 83] [p. 83] Nu voel ik, roerloos, vreemd aan vreugde en leed, Geen vlijme pijn, die schreie' om droefenis, Doch ook geen hoop, die blij mij beven deed - Alleen een ijl en wonderwee gemis, Een week verzinke' in wanhoop, wijl ik weet Dat ik ga sterve' en er geen hemel is. Vorige Volgende