Bleeke luchten
(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend
[pagina 44]
| |
[pagina 45]
| |
In mijn zonnige kamer, warm en vertrouwd,
Ontvlood ik de straten.
De Aprilwind nijpt er zoo nijdig-koud:
Ik voel zijn haten.
Neen, zei 'k dat het leven mij schreien deed?
- Geen traan zou baten.
Ik ben alleen maar zoo moe van mijn leed,
Zoo héel verlaten.
|
|