Blauwe bloemen(1884)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] X. Langs de velden. Traag boort een vale Octoberzonne door eentonig wolkengrijs haar bleeke stralen. Verlaten liggen, langs den smallen zandweg, zoo ver het oog strekt, grauwe stoppelvelden, die samensmelten met den horizon. En langs de velden leidt een boerenkind een maagre koe met droomende oogen stalwaarts, het dikke touw gerold om 't paersche handje, de voetjes bloot in grove klompen, 't jak verborgen onder 't roodbont boezelaar, en 't gladde vlashaar hangend over de oogen. Ver af is 't hutje nog, waar moeder wacht en 't meisje is moê en gaat met loome schreden. Vorige Volgende