Blauwe bloemen(1884)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 137] [p. 137] XI. De pastorie. Links van den rijweg, naast de grauwe dorpskerk, ligt, als een nestje in 't lommrig loof bedolven, de pastorie, ombloeid von breede linden. In de avondzonne blinkt als goud de weêrhaan en rozig flikkert, hier en daar, een glasruit. Op 't lage dak staat, kleppend met de vleugels, de zegenbrengende ooievaar te droomen. In 't lindenlommer, op de ruwe bank, zit de oude herder aandachtsvol te lezen. De wind beweegt de bladen van zijn boek, en speelt, heel zachtjes, met de zilvren lokken, die 't edel hoofd - een denkershoofd - omkransen. Hoog, in de stille perelgrijze lucht drijft nog een wolkje, fijn als dons en teeder van kleur, gelijk de volle bolle rozen, die, bij het bankje, aan slanke struiken bloeien. En langzaam legt de grijsaard nu zijn boek ter zijde en blikt, met biddend oog, ten hemel. Vorige