Blauwe bloemen(1884)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] XII. Sterren en bloemen. Boolang er nog sterren blinken, hoog boven 't philistergewemel, zoolange nog wil ik beminnen d' oneindigen sterrenhemel. Zoolang nog, in gras en loover, de lenteknoppen springen, zoolange nog wil ik van bloemen, in lovende liederen, zingen. Wel zijn er, die bloemen vertreden, hoe lieflijk de kleinen ook geuren, en, wijl zij ten hemel niet blikken, de sterren niet kunnen bespeuren. Doch ik, die de ster aan den hemel en 't bloemeken zie aan mijn voeten, als anderen achtloos of blind zijn, - o zeg mij! - zal ik daarvoor boeten? Vorige Volgende